- China en de VS stellen beide nationale veiligheid boven de economie, volgens de Chinees-Amerikaanse politicoloog Minxin Pei.
- Maar de Chinese economie zal hier meer onder lijden, waardoor het denkbaar is dat de Chinese economie die van de VS niet zal inhalen.
- “Eén van de twee trekt aan het kortste eind en dat is waarschijnlijk China”, aldus Pei.
- Lees ook: China zet eerste babystap met eigen vliegtuigbouwer om te concurreren met Boeing en Airbus
De presidenten Xi Jinping en Joe Biden hechten meer belang aan nationale veiligheid dan aan economische groei, maar de kosten van deze economische uitputtingsslag zijn groter voor China, aldus de Chinees-Amerikaanse politicoloog Minxin Pei van het Claremont McKenna College in de Verenigde Staten.
In een deze week gepubliceerd opinie-artikel voor persbureau Bloomberg wijst Pei op wederzijdse economische beperkingen die de VS en China elkaar opleggen. Zo verbood de Chinese regering onlangs de aankoop in China van computerchips van Micron, een Amerikaanse producent van halfgeleiders. Omgekeerd sluit de Amerikaanse Inflation Reduction Act de import van een aantal Chinese producten voor groene energie uit.
De Chinese president Xi weet heus wel dat een verminderde toegang tot Amerikaanse technologie en de Amerikaanse markt de economische groei van China beperken, maar lijkt erop te gokken dat de Amerikaanse groei hier ook onder zal lijden, schrijft Pei.
Xi hoopt dat China als tweede economie van de wereld uiteindelijk de grootste economie van de wereld zal inhalen, omdat nog altijd wordt verwacht dat China’s groei hoger zal zijn dan die van de Verenigde Staten. “Maar de kosten van een ontwikkelingsstrategie die sterk rust op nationale veiligheid zijn voor China waarschijnlijk veel hoger dan voor de VS”, voorspelt Pei.
Economische groei China lijdt onder technologisch protectionisme
Nu al blijken eerdere verwachtingen voor een sterke groei van de Chinese economie, na het afschaffen van de strenge Covid-maatregelen, niet uit te komen, omdat de economische vraag en de industriële productie afzwakken.
En ook buitenlandse investeerders zijn zich ervan bewust dat Beijing nationale veiligheid boven de economie plaatst, waardoor investeringen dit jaar nog maar met 0,4 procent zijn gestegen, aldus Pei.
Ondertussen zorgt de "obsessie met veiligheid" van de Chinese president ervoor dat het voor buitenlandse bedrijven moeilijker zaken doen is in China. Steeds meer bedrijven hebben te maken met onderzoeken naar mogelijke overtredingen van veiligheidsregels, mede door een aanscherping van anti-spionagewetten in China.
"Chinese maatregelen om haar economie te beschermen zullen waarschijnlijk veel kostbaarder zijn dan vergelijkbare maatregelen zijn voor de VS, zodat de Chinese economie meer schade oploopt. Dit zal uiteindelijk het groeipotentieel van de economie beperken en de Chinese ambitie om haar rivaal in te halen dwarsbomen", schrijft Pei.
"Op dit moment hebben zowel Beijing als Washington er vertrouwen in dat zij deze economische uitputtingsslag kunnen winnen. Maar één van de twee trekt aan het kortste eind, en dat is waarschijnlijk China."